PSA-beleid verplicht voor de werkgever


Pesterijen, geweld, agressie, discriminatie of (seksuele) intimidatie kunnen ingrijpende gevolgen hebben in de vorm van lichamelijke en psychische klachten. Ook een hoge werkdruk kan een bron van stress vormen. Als werkomstandigheden, zoals de psychische druk en de omgang met anderen niet goed zijn, kan er werkstress ontstaan. Deze psychosociale arbeidsbelasting kan leiden tot gezondheidsproblemen en ziekteverzuim. Het kan uiteindelijk zelfs de oorzaak zijn van langdurige uitval en mogelijk zelfs arbeidsongeschiktheid.

Op grond van de Arbowet is de werkgever verplicht om een beleid op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te voeren en  grensoverschrijdend gedrag en werkdruk te voorkomen. Werkgevers zijn verplicht om de risico’s in kaart te brengen in een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). In het Plan van Aanpak, gebaseerd op de RI&E, dient concreet te worden vermeld wat de risico’s zijn en wat je als werkgever hebt gedaan of gaat doen om deze risico’s te voorkomen. Het PSA-beleid dient opgenomen te worden in dit Plan van Aanpak. Werknemers moeten worden voorgelicht over de risico’s en de maatregelen die de werkgever heeft getroffen om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen. De Inspectie SZW kan maatregelen nemen in het geval de werkgever niet beschikt over een RI&E en/of Plan van Aanpak. Daarnaast zal de inspectie ook bekijken of er voldoende aandacht besteed is aan PSA en benadrukt de inspectie het belang van het aanstellen van een vertrouwenspersoon, het vaststellen van een klachtenregeling en het benoemen van een onafhankelijke klachtencommissie.

Om PSA te voorkomen zijn er een aantal maatregelen die een werkgever kan nemen. In eerste instantie is het belangrijk om werknemers te laten weten dat grensoverschrijdend gedrag niet geaccepteerd wordt. Ook het bespreken van ongewenst gedrag en de werkdruk met de werknemer kan bewustheid creëren. Het continu informeren en/op de hoogte houden van werknemers is dus van belang. Daarnaast kan het benoemen van een vertrouwenspersoon en het instellen van een klachtencommissie extra hulp bieden voor werknemers. Beiden zijn niet verplicht, maar het is een aan te bevelen maatregel om aan de verplichtingen ter voorkoming van ongewenst gedrag te voldoen.

Bij het aanpakken van ongewenst gedrag op de werkvloer kan een vertrouwenspersoon een belangrijke rol spelen. Een vertrouwenspersoon kan het eerste aanspreekpunt zijn voor werknemers die ongewenst gedrag meemaken. De vertrouwenspersoon kan hier advies in geven. Uiteraard dient de vertrouwenspersoon vertrouwelijk om te gaan met informatie van individuele werknemers en heeft een geheimhoudingsplicht. De or heeft instemmingsrecht voor de regeling omtrent een vertrouwenspersoon. Het is zowel mogelijk om intern als extern een vertrouwenspersoon aan te stellen.

Ook het instellen van een klachtencommissie kan ongewenst gedrag helpen signaleren en/of voorkomen. Indien de situatie zo ernstig is, kan de behoefte bij een werknemer bestaan om met klachten over pesterijen, geweld, agressie, discriminatie of (seksuele) intimidatie terecht te kunnen bij een (externe) klachtencommissie. Het is in veel gevallen verstandig om te werken met een klachtenregeling voor ongewenste omgangsvormen. Nadat een werknemer een klacht heeft ingediend, gaat de klachtencommissie op basis van een onderzoek na of de klacht gegrond is. Als dat het geval is, adviseert zij de werkgever over het nemen van maatregelen. Uiteindelijk controleert de klachtencommissie of de genomen maatregelen hebben geholpen. Ook bij het invullen van een klachtencommissie is het mogelijk om dit zowel intern als extern te doen.

Ben jij niet bekend met het PSA-beleid of heb je hulp nodig bij het opstellen van dit beleid? Vanuit Adviesbureau APB ondersteunen wij jullie graag!