Loondoorbetaling zieke AOW’er
De Wet Werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is op 1 januari 2016 in werking getreden. In deze wet is bij wijze van overgangsregeling geregeld dat de periode van loondoorbetaling bij ziekte voor AOW-gerechtigden 13 weken bedraagt in plaats van de wettelijke bepaalde 6 weken.
Door de overgangsmaatregel geldt naast de periode van loondoorbetaling bij ziekte de termijn van 6 weken ook voor:
- het opzegverbod bij ziekte;
- de re-integratieplicht bij ontslag bij ziekte;
- het recht op Ziektewetuitkering voor AOW-gerechtigden in een fictieve dienstbetrekking of van wie de arbeidsovereenkomst eindigt op of vlak na de eerste dag van ongeschiktheid.
De termijnen waren verlengd, omdat de Tweede Kamer zorgen had geuit over mogelijke verdringing van niet-AOW-gerechtigden op de arbeidsmarkt als gevolg van de wet. Als uit evaluatieonderzoek zou blijken dat er geen verdringing zou zijn van medewerkers onder de AOW-leeftijd, dan kon deze periode verder worden verkort naar 6 weken. Dat evaluatieonderzoek heeft in de tussentijd plaatsgevonden en laat geen verdringing zien. Met een kamerbrief d.d. 13 november 2020 is door minister Koolmees voorgesteld om de overgangsmaatregel te laten vervallen per 1 april 2021.
Uit een uitvoeringstoets door het UWV blijkt dat de impact op de uitvoering van de Ziektewet echter groter is dan eerst gedacht. Het terugbrengen van het recht op ziekengeld van AOW-gerechtigden van 13 weken naar 6 weken wijkt af van het normale proces voor een Ziektewetuitkering en is niet uitvoerbaar voor het UWV. De invoering van het besluit vraagt om functionele aanpassingen in het systeem van de ziektewet. In de kamerbrief d.d. 12 maart 2021 heeft minister Koolmees aangegeven dat in verband met de benodigde voorbereidingstijd de aanpassing niet voor 1 januari 2022 kan. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid komt er later dit jaar bij de Tweede Kamer op terug.