Einde slapende dienstverbanden
Een slapend dienstverband is een dienstverband waarbij een langdurige arbeidsongeschikte werknemer thuis zit en geen loon meer krijgt, maar door de werkgever toch in dienst wordt gehouden met als (enige) reden dat daardoor de wettelijke transitievergoeding niet hoeft te worden betaald. Voor een werknemer is het mogelijk om na twee jaar ziekte bij de werkgever om ontslag te vragen. In dat geval dient er een wettelijke transitievergoeding aan de werknemer uitgekeerd te worden. Sommige werkgevers weigeren hier aan mee te werken en houden de werknemer in dienst. Er dient dan geen transitievergoeding en ook geen salaris betaald te worden, gezien de werknemer een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt. Bij het bereiken van de pensioenleeftijd stopt automatisch het dienstverband en vervalt het recht op een transitievergoeding.
De Hoge Raad heeft begin november een einde gemaakt aan slapende dienstverbanden. Het is voor werkgevers niet meer mogelijk om de transitievergoeding bij langdurig zieke werknemers te ontlopen. De raad is van mening dat werkgevers het dienstverband moeten beëindigen van langdurig zieke werknemers als zij hierom verzoeken. De wettelijke transitievergoeding moet in dat geval uitgekeerd worden aan de werknemer.
Wel belangrijk voor werkgevers om te weten dat er een wet is waarbij het UWV de transitievergoeding compenseert als het gaat om langdurig zieke werknemers. Vanaf 1 april 2020 kan bij het UWV een aanvraag ingediend worden voor compensatie bij ontslag wegens langdurige ziekte. Als werkgever ontvang je een compensatie ter hoogte van de betaalde transitievergoeding of, als dit bedrag lager is dan de transitievergoeding, de hoogte van de loondoorbetaling in de eerste twee ziektejaren. Ook als de werkgever en werknemer met wederzijds goedvinden uit elkaar gaan, kan de werkgever compensatie krijgen voor de betaalde ontslagvergoeding. Hoewel de werkgever in dat geval zelf mag bepalen hoe hoog het bedrag is dat hij aan de werknemer meegeeft (hoger of lager dan de transitievergoeding), is de compensatie gemaximeerd tot het bedrag van de wettelijke transitievergoeding die de werkgever zou moeten betalen bij ontslag via UWV of de kantonrechter.
Een werkgever kan ook met terugwerkende kracht in aanmerking komen voor de compensatie. Dit kan voor een (transitie)vergoeding die hij sinds 1 juli 2015 heeft betaald aan een werknemer van wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd na twee jaar ziekte. De aanvraag hiervoor kan de werkgever vanaf 1 april tot en met 30 september 2020 indienen. De werkgever dient de volgende documenten te overleggen bij de aanvraag: kopie van de arbeidsovereenkomst, bewijs van einde van de overeenkomst wegens ziekte, bewijs van doorbetaald loon (loonstroken), bewijs van de hoogte van de transitievergoeding en bewijs van betaling van deze vergoeding.